
■ Toegangscodes
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe uw telefoon
gebruikmaakt van toegangscodes en beveiligingsinstellingen.
• Door de functie Keypad lock (toetsblokkering) wordt het onbedoeld indrukken
van toetsen voorkomen:

11
1. Om de toetsen met geopende telefoon te vergrendelen, selecteert u
Menu > * binnen 3,5 seconden.
2. Om de toetsen met geopende telefoon te blokkeren, selecteert u Menu > *
binnen 1,5 seconde.
Druk op de beltoets wanneer u een oproep wilt beantwoorden als de toetsen
geblokkeerd zijn. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de
toetsen weer automatisch geblokkeerd.
U kunt ook Menu > Instellingen > Telefoon > Aut. toets.blokk. of
Toetsenblokkering > Aan of Uit selecteren. Als de toetsenblokkering aan staat,
voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
• De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd
gebruik.
• De PIN-code die met de SIM-kaart wordt meegeleverd, beveiligt de SIM-kaart
tegen onbevoegd gebruik.
• Met sommige SIM-kaarten wordt een PIN2-code meegeleverd, die nodig is om
toegang te krijgen tot bepaalde diensten.
• Bij de SIM-kaart worden mogelijk een PUK- en een PUK2-code geleverd. Als u
de PIN- of PIN2-code drie keer achter elkaar verkeerd intoetst, wordt u om de
PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u deze codes niet meer in bezit hebt,
raadpleegt u uw serviceprovider.
• Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de functie Oproepen
blokkeren gebruikt om oproepen van en naar uw telefoon (netwerkdienst) te
beperken.
• Als u de instellingen van de beveiligingsmodule (indien geïnstalleerd) wilt
bekijken of wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging > Inst.
beveil.module.